Categorie | Experts

Een elektronisch voorschrijfsysteem redt levens

Er gaan onnodig veel mensen dood door onzorgvuldige toediening van medicijnen. Belangrijke oorzaak is de slechte informatie-uitwisseling tussen apotheken en behandelaars. Uit een studie naar medicatieveiligheid (HARM-studie) uit 2006 onder 41.000 patiënten bleek dat 1.250 mensen zijn overleden als gevolg van een foutieve medicijnvoorschrijving of -toediening. De meeste fouten ontstaan bij het toedienen, voorschrijven en afleveren van de medicatie. Hoe meer disciplines betrokken zijn des te groter de foutkans is. Een elektronisch voorschrijfsysteem  kan dit voorkomen.

Het onnodig aantal doden als gevolg van foutieve medicatie is een doorn in het oog van de Inspectie voor Gezondheidszorg (IGZ).  Elektronisch voorschrijven is sinds 1 januari 2012 verplicht voor iedere zorgaanbieder die nu al de mogelijkheden hiertoe heeft. De inspectie wil dan ook concrete plannen zien van zorginstellingen die deze mogelijkheden nog niet hebben. Het doel hiervan is een beter medicatieoverzicht en mede daardoor veiligere zorg.

Medicatieveiligheid
Medicatieveiligheid is een speerpunt voor de inspectie en valt of staat bij een compleet en actueel medicatieoverzicht. Het doorbellen of faxen van geschreven recepten leidt dikwijls tot misinterpretaties met alle nare gevolgen van dien. Investeren in het vergroten van de medicatieveiligheid leidt niet alleen tot minder menselijk leed, het verlaagt ook de kosten in de gezondheidszorg. Immers, als  cliënten de juiste medicatie in de juiste dosering krijgen toegediend, dan worden ze sneller beter. Daardoor neemt de afhankelijkheid van de zorg af.

Juiste dosering
Door de gebruikmaking van ICT is het mogelijk om fouten in medicijnvoorschrijvingen en doseringen te voorkomen. Dit door de systemen van apothekers, zorginstellingen, huisartsen en laboratoria met elkaar te verbinden. De behandelaars zijn daarmee beter in staat om de juiste dosering toe te dienen. Dit is het resultaat van een correcte informatie-uitwisseling tussen alle bij de cliënt betrokken partijen. Een elektronisch voorschrijf systeem is volgens de IGZ een geschikt instrument om fouten in medicijn voorschrijving en toediening te voorkomen. De IGZ stelt verder dat een dergelijk systeem ook onveilige situaties van voorgeschreven medicatie moet kunnen bewaken.

Onder deze medicatiebewaking op onveilige situaties vallen:

  • het signaleren van dubbelmedicaties,
  • contra-indicaties,
  • interacties met andere geneesmiddelen,
  • allergieën van de patiënt voor het voor te schrijven geneesmiddel,
  • de juiste dosering gegeven de leeftijd en gewicht van de patiënt,
  • of het juiste middel en de juiste dosering gegeven wordt in relatie tot laboratorium bepalingen en diagnosen van deze cliënt.

Om dit voor elkaar te krijgen moet een zorginstelling de cliëntinformatie op orde hebben en elektronisch beschikbaar hebben gemaakt via een EVS met medicatiebewaking. Heel belangrijk is ook dat alle behandelaars, apothekers en andere belanghebbenden toegang hebben tot dezelfde en actuele informatie. De Inspectie vindt het gebruik van ICT om zo fouten te voorkomen zo belangrijk dat ze stelt: ‘Het op verantwoorde wijze inzetten van ICT kan beschouwd worden als een onderdeel van het leveren van verantwoorde zorg (kwaliteitswet zorginstellingen, wet BIG)’

Roadmap EVS
De Inspectie van de Gezondheidzorg wil vaart maken en per 1 januari 2013 het elektronisch voorschrijven verplicht stellen. De IGZ stelt dit jaar richtlijnen en veldnormen op. In 2013 zal de Inspectie bij een incident kijken of er een relatie ligt met de wijze waarop de medicatie is voorgeschreven. Bovendien kijkt de inspectie dan actief of zorginstellingen bezig zijn met de invoering van een EVS. Vanaf 1 januari 2014 zullen de voorwaarden voor verantwoord gebruik van EVS onderdeel uitmaken van het reguliere toetsingskader van de inspectie bij het beoordelen van medicatieveiligheid. Hierbij zal het toezicht gedifferentieerd plaatsvinden omdat niet alle zorgpartijen in hetzelfde ontwikkelstadium zitten. Momenteel wordt gewerkt aan veldnormen; standaarden voor de gegevensuitwisseling tussen de verschillende systemen van ziekenhuis, zorginstelling, apotheker, huisarts, laboratorium.

Goed hulpverleningsschap
Niet de verplichting mag een reden zijn om met een elektronisch voorschrijven te starten. Het leveren van goede zorg moet het uitgangspunt zijn. In de WGBO (Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst) staat dat uitgangspunt van zorgverlening ‘goed hulpverleningsschap’ moet zijn. Dat nemen rechters als uitgangspunt indien er geschillen zijn. Afwijkingen in zorgdossiers en informatie-uitwisseling moeten beargumenteerd worden. De IGZ verwacht concrete inspanningen, dus wacht niet tot het einde van dit jaar met het op orde brengen van het dossier en zorg voor  goede uitwisselingsmogelijkheden.

Standaarden
Bij de uitwisseling van cliëntgegevens komt ook de Wet bescherming persoonsgegevens kijken. Het is niet mogelijk om cliëntgegevens via een e-mailtje naar een andere zorgverlener te sturen. De communicatie moet verlopen via internationale standaarden als OZIS, EDIFACT, LSP, MEDREC en moet systeemonafhankelijk zijn. Systemen moeten deze talen spreken. Als een arts bijvoorbeeld een mailtje in het Nederlands stuurt naar een behandelaar in China dan kan deze hier niets mee.

Retourinformatie
Daarnaast is het belangrijk dat de ontvangende systemen retourinformatie sturen. Als de apotheker het elektronische recept verstrekt van de arts hoeft het niet zo te zijn dat dit wordt afgeleverd. Het kan ook een medicijn zijn met dezelfde werkzame stoffen maar van een ander merk. Dit kan voor de verpleging verwarrend werken. Om verwarring te voorkomen moet ook de retourinformatie dus integraal in het systeem beschikbaar zijn. Een arts wil zien of het voorgeschreven medicijn identiek is aan het verstrekte medicijn.

Ideale wereld ketenzorg
De ideale wereld voor ketenzorg wordt ondersteund door één systeem waarbij informatie uit het ziekenhuis automatisch binnenkomt in het ECD van de zorginstelling, dat labuitslagen beschikbaar zijn en dat informatie uitwisselt met de systemen van huisartsen. Eenmalig vastleggen en delen met meerdere systemen. Dat is het ideale plaatje van het IGZ met betrekking tot een Elektronisch Voorschrijf systeem EVS.

Hoe te beginnen met een EVS?
Alleen met de aanschaf van  een EVS is een zorginstelling er nog niet. Het is allereerst zaak dat de interne processen op orde zijn. Clientinformatie, zorgdossiers moeten digitaal en centraal beschikbaar zijn binnen de instelling via het ECD. Vervolgens moet met alle externe partijen afspraken worden gemaakt voor uitwisseling van de gegevens: het aansluiten van het EVS op de systemen van de huisarts(en), apotheker(s), ziekenhuizen, laboratoria. De toestemming van cliënten is nodig voor de digitale gegevensuitwisseling. Maar als dit is geregeld dan is ketenzorg binnen handbereik. Alle belanghebbenden hebben toegang tot eenduidige informatie over de cliënt. Hierdoor is de kans op foutieve medicatie minimaal. Een EVS helpt zo mee om levens te redden. Vraag uw ICT-leverancier naar de mogelijkheden.

Tom Modderkolk is sinds 2007 bedrijfsjournalist bij UNIT4. Hij houdt zich bezig met het schrijven van artikelen voor diverse relatiemagazines van UNIT4 zoals IT Vision, Innovatief HRM, Enovation4U en personeelsblad 1000. 

Laat een reactie achter

*

Digitalezorg.nl Magazine

Blijf op de hoogte via Twitter