Categorie | Uitgelicht

Interview met Jeroen Tas (Philips) over eHealth: ‘Het gaat om het totale gezondheidspad’

The Netherlands, Amsterdam, 31 January 2014. Portrait Jeroen Tas, CIO Philips at Philips Headquarters, Amsterdam. Photo: Bram Belloni / (c) 2014, www.belloni.nl

De minister heeft een vrij prikkelende uitdaging neergelegd voor eHealth. Die is best moeilijk om uit te voeren.
We hebben een fantastische gezondheidszorg, maar in een sterk gefragmenteerd landschap. Het probleem is niet alleen een complexe ICT maar ook de bijbehorende processen en financiering. Wij kijken als Philips graag naar de ‘patient journey’, het persoonlijke en volledige gezondheidspad van mensen. Neem bijvoorbeeld iemand met diabetes en complicaties. Hoe ziet het dagelijks leven eruit, hoe wordt zorg afgenomen bij verschillende organisaties, hoe wordt dit vergoed? Hoeveel spelers zijn er bij betrokken, met welke organisatie heb je te doen? Hoe verloopt het pad door zo’n keten als je ouder bent en bijvoorbeeld slecht ter been. Stel je woont nog alleen thuis, je hebt meerdere aandoeningen en je hebt ook sociale behoeftes.

Als je naar Amerika kijkt, dan heb je grote geïntegreerde zorgnetwerken (Integrated Delivery Networks). Zij nemen huisartsenpraktijken, klinieken en apothekers via acquisitie op in hun organisatie. Er zijn misschien dan nog wel wat externe partners bij betrokken, maar ze hebben de regie over de patiënt en leveren een naadloze ervaring. In een gefragmenteerd landschap is het lastiger om zorg voor een patiënt strak te coördineren.

Een tweede aspect van eHealth implementaties is dat schaalgrootte belangrijk is en dat vergt investering. Het mooie aan een ICT gebaseerde oplossing is, als je het goed implementeert, dat de marginale kosten om een patiënt toe te voegen relatief laag zijn. Maar dat geldt natuurlijk alleen vanaf een bepaalde schaalgrootte.

In Amerika worden eHealth netwerken opgezet waar honderdduizenden mensen, soms wel miljoenen, mee bediend kunnen worden.
Als laatste is de vraag, hoe creëer je dan de juiste prikkels in het systeem, zodat iedereen zich veel meer gaat richten op de gezondheid van de populatie en de individuen in de verschillende segmenten. Ons huidige systeem is natuurlijk nog steeds ‘fee for service’ en niet ‘fee for outcome’ en richt zich meer op ziekte dan gezondheid. eHealth leent zich niet echt goed voor een ‘fee for service’ systeem omdat het principe is dat de patiënt continu begeleid en in de gaten gehouden wordt en door tijdig en proactief handelen de zorgintensiteit flink afneemt.

Dat zijn een aantal aspecten die we moeten oplossen. Ik zie dezelfde problemen niet alleen in Nederland maar ook in andere landen, zelfs in grote delen van Amerika. Nederland is op zich voortvarend en onze voortrekkersrol biedt ons interessante kansen om met nieuwe digitale technologieën meer preventief en patiëntgericht te maken.

Zie je essentiële verschillen tussen mensen in Nederland en Amerika die van invloed zijn op het succes van eHealth?
Wat de Amerikanen goed doen en wat je ook terug ziet in andere dienstverlenende sectoren is segmentatie. Men segmenteert patiënten op basis van aandoeningen en bijbehorende zelfs persoonlijke behoeften. Op basis daarvan worden zorgprogramma’s ingericht. Ze ontwikkelen bundels van services rond de klinische en sociale behoeften van hun patiënten. Daar zijn natuurlijk kosten aan verbonden maar ook steeds betere en voorspelbaarder uitkomsten wat diezelfde kosten weer drukt. Zorg krijgt zo een sterke consumentenoriëntatie.

Amerikanen zijn traditioneel heel sterk in service en die geven daar dan ook een goede invulling aan. Er zijn in Nederland veel mensen met passie voor patiënten. Maar de zorg in Nederland is niet georganiseerd rond de visie van het persoonlijke gezondheidspad. Zie bijvoorbeeld hoe lastig het is voor een patiënt om zijn eigen informatie bij elkaar te krijgen. Het hele idee van zelfmanagement waarbij je met (digitale) tools en informatie goed probeert te begrijpen wat jouw aandoening is en hoe je je eigen gezondheid positief kan beïnvloeden. En wat je moet doen om daarvoor de beste professionele hulp te krijgen. Dat vind ik eerlijk gezegd niet heel duidelijk in Nederland.

Hebben we niet gewoon heel veel last van privacy en gebrek aan gegevensuitwisseling?
Dat kun je natuurlijk wel constateren maar je moet ook beginnen een visie neer te leggen. Philips wil deze ervaring delen en een ondersteunende rol spelen. Natuurlijk heb je problemen rondom privacy en interoperabiliteit maar die heb je in de financiële wereld ook, het is niet zo dat het in de gezondheidszorg hoeft worden uitgevonden of opgelost? Inmiddels betaalt iedereen wel overal met een kaart of telefoon en doet z’n bankzaken online.

Opt-in: dat is de oplossing. Als gebruikers er voldoende vertrouwen in kunnen hebben dat de data betrouwbaar opgeslagen en gedeeld kan worden, dan zijn de meeste mensen bereid om mee te werken aan het delen van data. Ik praat veel met belangenverenigingen. Wat zij mij vertellen is dat argumenten van beveiliging vanzelfsprekend belangrijk zijn, maar nog belangrijker is de vraag hoe kunnen we informatie delen zodat patiënten dit in hun voordeel kunnen gebruiken en veel beter ‘in control’ zijn. Het gaat erom hen de juiste omgeving te kunnen bieden waarin aan beide aspecten wordt voldaan natuurlijk. 

Zie jij voordelen in Big Data?
Hoe meer je van de patiënt weet, hoe beter je symptomen kan analyseren, een nauwkeuriger diagnose kan maken en een passend volledig gepersonaliseerd behandelplan opstellen. Iedere diagnose en behandeling krijgt een feedbackloop. Bij het evalueren van de behandeling van een patiënt kan je nagaan: waren dat de juiste symptomen, was de diagnose en het behandelplan correct. Als je dat voor een miljoen patiënten tegelijk doet, dan ga je nuttige patronen zien die eerst niet waarneembaar waren.

Wij werken in de VS met het Massachusetts Institute of Technology, MIT, waar wij meer dan twee miljoen patiënten door de tijd volgen. We zien in de data hele interessante patronen, waarbij wij met redelijke nauwkeurigheid het verloop van een ziektebeeld kunnen voorspellen. Dat wil niet zeggen dat wij alles begrijpen, maar we kunnen het inschatten.

Medicatie is ook een mooi voorbeeld, die wordt vaak gevalideerd voor een patiënt met een specifiek profiel. Soms wordt er dan nog naar interactie met een of twee andere medicamenten gekeken. Maar hoe ga je dat doen als iemand op zes medicamenten zit? Of iemand heeft bijvoorbeeld epilepsie of kanker en je moet acht of negen verschillende therapieën uitproberen voor dat er een aanslaat. Dan kan je eigenlijk niet meer goed doen zonder die big data analyse. Patronen ga je zien als je data over grote populaties gadeslaat.

Je kan steeds meer leren over groepen mensen met gelijksoortige profielen en zien waar je rekening mee moet houden om de beste zorgen te kunnen bieden. Er blijken relaties tussen bijvoorbeeld de hoogte van je inkomen, opleidingsniveau, sociale omstandigheden en de kans op chronische ziekten. Zo wordt er rekening gehouden met rassen, sommige zijn bijvoorbeeld vatbaarder voor vormen van hartafwijking, diabetes of kanker. Bij alles speelt je gedrag, wat je eet, hoe laat, je slaapritme en bijvoorbeeld je omgang met stress, een van de grootste rollen in je gezondheid.

Wat zou de overheid nog meer kunnen doen om eHealth te versnellen?
Er is zeker een rol voor de overheid door bijvoorbeeld nieuwe vergoedingsmodellen te introduceren, om gezondheidskennis en gezonder gedrag (roken, eten, fitness) te stimuleren. We moeten meer richting uitkomsten gaan als het gaat om vergoedingen. De overheid moet een actief supporter worden voor een open infrastructuur waar patiënten hun gegevens aan kunnen toevertrouwen. Philips is natuurlijk erg geïnteresseerd om zo’n veilige infrastructuur neer te leggen in Nederland. Maar dat kan ook een andere of meerdere partijen zijn. De overheid zou een aantal eisen en standaarden kunnen neerleggen waar die infrastructuur aan moet voldoen. Zij kunnen wel degelijk zeggen: wij zien het belang voor de samenleving en wij stimuleren dit voor Nederlanders die hier gebruik van willen maken om hun gezondheid beter te beheren en voor innovatieve bedrijven die nieuwe zorgdiensten willen aanbieden. Wij zeggen niet dat de overheid daarin zwaar moet investeren maar wij willen wel graag de randvoorwaarden gesteld zien. De overheid zou ook kunnen aangeven dat zij voor iedereen die ‘opt-int’ een gratis digitale kluis beschikbaar stellen. Zodat de burger zich vertrouwt voelt dat de gegevens daar veilig staan. De overheid kan dus zeker de prikkels en randvoorwaarden geven.

Zijn jullie toegankelijk voor jonge startups en externe partijen?
Wij zijn zeker toegankelijk voor innovaties van kleinere bedrijven. Wij hebben onlangs ons ‘Health Suite cloud platform’ in Nederland operationeel gemaakt. We hebben op initiatief van VWS een 3-daagse co-creatie ‘slash’ digitale innovatie sessie georganiseerd op de High Tech Campus in Eindhoven waar 27 organisaties aan deelnamen. We kijken ook hoe wij als Philips straks een sterkere rol kunnen gaan spelen in het promoten en verspreiden van innovatie in en buiten Nederland.

Philips wil graag verkennen in hoeverre een open platform kan worden geboden, niet alleen voor de zorg in Nederland maar ook voor innovatie in de zorg in de EU en daarmee het mogelijk maken voor kleinere bedrijven om daarmee naar het buitenland te gaan. Je moet nagaan dat wij met onze producten bij vrijwel ieder ziekenhuis in de wereld vertegenwoordigd zijn. Dus wij hebben niet alleen een digitaal platform waar je apps op kan bouwen en waarvan je IT-services kunt afnemen of klinische innovatie mee kan brengen maar wij zien onszelf ook als toekomstig platform om innovatie naar de markt te brengen.

We hebben zelf een groot team in Israël. We hebben daar samen met Teva een venture fund opgezet. Wat we daar zien is dat startups hun concepten en producten testen in Israël. Ze hebben toegang tot geanonimiseerde patiënten data. Het land zelf is daarmee een voedingsbodem voor innovatie. De uiteindelijke toepassing gaat vaak naar Amerika, want dat is toch nu toe verreweg de meest toegankelijke en ook de grootste markt. Uiteraard is de EU ook een grote en belangrijke markt, maar op dit moment nog erg gefragmenteerd qua bestaande regelgeving maar ook visie. De rol die Nederland kan spelen is die van voortrekker voor zorginnovatie. Daarvoor moet je wel wat doen. Frankrijk heeft bijvoorbeeld andere data privacy wetten dan in Nederland. Als je in Nederland iets produceert, dan wil je dat het ook in alle 26 EU landen verkocht kan worden zonder uitgebreide her-validatie en onnodige product aanpassingen. Als je elke keer moet nagaan of een ontwikkeling die in Nederland gevalideerd is dat in een andere EU land ook is, dan maken wij het onszelf als EU wel erg ingewikkeld om schaalgrootte uit de markt te halen. Voor kleine bedrijven maakt dat het ook heel moeilijk.

In Amerika is dat makkelijker, iets bewijst zich en dan bedien je een gezondheidszorgmarkt van 3.2 triljoen dollar waarbinnen je op basis van uniforme regelgeving en kwaliteitsstandaarden programma’s snel kunt doen laten groeien. Schaalgrootte is daar dus geen probleem, hetgeen de economische voordelen voor zowel overheden als het bedrijfsleven om te investeren sterk bevordert. 

Praten jullie met alle stakeholders?
We praten met iedereen. Van Patiëntenverenigingen, verzekeraars, ziekenhuizen, artsenpraktijken, hulpverleners tot overheid. In Eindhoven hebben wij op de campus ‘Health Suite labs’ opgezet. Daar stimuleren partijen om bij elkaar te komen om een co-creatie te doen op de nieuwe modellen: bekostiging, processen, rolverdeling en natuurlijk technologie. Je zou het wel eHealth kunnen noemen maar uiteindelijk zijn het volledig nieuwe modellen. Modellen voor het inrichten van zorg, voor de rol van de patiënt, de huisarts, de thuiszorg, het ziekenhuis, de verzekering. Uiteraard heeft de patiëntenvereniging een visie hoe ze het beste de patiënt kunnen vertegenwoordigen. En de overheid die er ook goede richting aan wil geven.

Zie je een gevaar voor innovatieparadox?
Je kan kosten besparen met eHealth, maar mensen worden steeds ouder en wij krijgen een voortschrijdend inzicht in ziektebeelden. Kosten stijgen dus ook voor de behandelingen omdat die complexer kunnen worden, denk aan dure kankermedicatie. De keerzijde van diepe inzichten is dat we straks zoveel van iemand weten dat we bijna alles kunnen genezen. Met het bijhorende prijskaartje. Maar dat gezegd, gezondheidszorg heeft altijd een ethische dimensie, dat is van alle tijden en vraagt om publiek debat daarover.

We kunnen efficiënter werken en kosten besparen, maar wij kunnen ook ziektes behandelen die wij vroeger niet konden behandelen. Daar komen wij nooit uit omdat we voortdurend de grens verleggen. Je kan wel veel aan de andere kant besparen. We hebben in Nederland nog steeds geen systeem dat ingericht is op chronische ziekten, hoewel 80% van de kosten hier liggen. De hoogste kosten liggen bij ouderen mensen met meerdere chronische ziektes, die soms meer dan vier keer per jaar worden opgenomen in het ziekenhuis en tien keer per jaar met een ambulance ergens naartoe vervoerd moeten worden. Als je hen goed weet te helpen en hun zorgkosten onder controle krijgt dan beïnvloed je macro-economische zorgkosten, kwaliteit en patiënttevredenheid.

Op basis van de juiste inzet van technologie is de arts veel beter in staat inzicht te krijgen in de behoefte van de patiënt en de juiste informatie bij de patiënt te brengen. De arts is dan beter in staat de zorg te organiseren voor de patiënt. Als een huisarts bijvoorbeeld een of twee Parkinson patiënten in behandeling heeft, dan vergt dat specialistische kennis. Als hij dan Radboud’s ParkinsonNet kan inzetten dan kan hij veel makkelijker die specialistische zorg verlenen onder begeleiding van specialisten.

Alhoewel de zorg steeds specialistischer wordt, moet die wel bij elkaar komen bij de huisarts. De huisarts kan dit niet meer uitvoeren zonder ICT. Je moet nooit vergeten dat zorg ‘human touch’ blijft, ofwel mensenwerk en heel persoonlijk. We zien het dus als: ‘High tech enables human touch’. 

Als je zou moeten kiezen voor een van de thema’s van de eHealth week, welke zou je dan kiezen?
Alle thema’s zijn belangrijk. Maar als ik echt moet kiezen dan is het: ‘empowering people’, die springt er echt tussen uit. De vraag hoe kunnen we mensen digitale tools en informatie geven om gezond te blijven en als ze een medisch probleem hebben dit onder controle te krijgen. Er is een enorm gat tussen kwaliteit en werkbaarheid van informatie en tools die worden aangeboden en die mensen echt nodig hebben en die gevalideerd zijn. Dus empowering people is toch wel het startpunt en het gaat natuurlijk ook altijd om de patiënt.

eHealth week in Nederland, wat kan de rest van de wereld leren van Nederland?
Nederland loopt voorop in de manier op hoe wij naar eHealth kijken en ambitie die VWS zichzelf heeft gesteld. Ik hoop dat wij iets neerzetten met een echte EU-uitstraling. Als Europese markt hebben wij schaal maar als iedereen zijn eigen ding blijft doen, dan gaat dat verloren. Als de markt fragmentarisch blijft dan gaan we onvoldoende bereiken. Het mooie van ICT-oplossingen in de Cloud is dat de kosten laag en de schaal en impact hoog kunnen zijn. Het is niet voor niks dat de meest waardevolle bedrijven, Google, Apple, Facebook, Amazon, op deze manier werken. De voordelen zitten hem in de schaal waarop ze zakendoen in de Cloud. Dit aspect gaat nog weleens verloren in de discussie. Als 84 ziekenhuizen en 4.500 huisartsenpraktijken in Nederland hun eigen systemen gaan ontwikkelen en telehealth centra opzetten dan komen wij er niet. Wij willen graag een stimulerende rol spelen om een gemeenschappelijke, open eHealth infrastructuur neer te leggen. Wij denken dat het goed is voor Nederland, voor de zorg maar ook voor de economische positie. Zorg is een groeimarkt waar mensen op zoek zijn naar ICT gebaseerde oplossingen. En dat is uiteindelijk ook goed voor Philips.

Dit artikel verscheen eerder in Digitalezorg.nl Magazine

Laat een reactie achter

*

Digitalezorg.nl Magazine

Blijf op de hoogte via Twitter